Op 18 maart 1957 kwamen twee Thunderstreaks van het 27ste Smaldeel in volle vlucht met
elkaar in aanraking in de omgeving van het Nederlandse Budel. Olt Vl André Janssens verliet
onmiddellijk de zwaar beschadigde FU-65 per schietstoel. 1Sgt Vl Almir Latte verkeerde in de
veronderstelling dat zijn vliegtuig slechts licht beschadigd was en vloog terug naar Kleine Brogel,
waar zijn landingsgestel niet naar behoren functioneerde. Na een geslaagde buiklanding bleek
dat het vliegtuig, de FU-83/RA-K, heel de terugweg probleemloos had gevlogen
met de neussectie weggeslagen tot juist voor de cockpit.
1Sgt Vl Guido Elsermans maakte op 21 augustus 1957 een succesvolle noodlanding in de duinen van
Hechtel toen de motor van zijn FU-131/8S-H kort na de start van runway 24 een flame-out kreeg.
In oktober 1958 verbleef het 23ste Smaldeel voor een schietperiode in het Franse Cazaux.
Toen Adj Vl Felix Verhoeven er op 18 oktober zijn vliegtuig wilde opstarten,
vloog de motor in brand en viel de FU-77/Z6-M ten prooi aan de vlammen.
De piloot bleef ongedeerd.
Toen een technicus op 12 oktober 1959 de goede werking van een pas vervangen booster pump
in een vliegtuig wilde nagaan met behulp van een elektrische looplamp, volgde een ontploffing die het dak van
hangaar 1 van het 23 Smd deed instorten. Twee Thunderstreaks (FU-82 en FU-142)
werden hierbij beschadigd, een derde (FU-99) werd volledig vernield.
Rechts kan je de materiaalkisten zien die klaar stonden om op schietperiode in Sylt te gaan.
Tijdens de landing op Kleine-Brogel op 29 april 1959, raakte 1Sgt Vl Piet Dauchot van de landingsbaan.
Zijn Thunderstreak FU-147/8S-Q liep hierbij onherstelbare schade op.
Tengevolge van een flame-out zag Kapt Vl Paul Kuyl zich op 27 januari 1961 gedwongen zijn
Thunderstreak FU-136/Z6-R vroegtijdig aan de grond te zetten. Tijdens de noodlanding,
in de bosrijke omgeving van Opgrimbie, liep de piloot zware verwondingen op.
Zijn vliegtuig werd volledig vernield